De wind heeft de meeste regen weg geblazen, net als de resterende tijd in IJsland. Vandaag terug naar Amsterdam.
We hadden geen grootste plannen vandaag. We besloten naar het vliegveld te rijden en onderweg te zien wat te doen. Dat werd in de ochtend een bezoek aan Mýrar Wetland, een vogelkijkgebied. We hebben geen kijkhut gevonden, maar wel een onverharde weg die om het gebied heen rijdt.
Het was meteen raak met velden met raven (niet exact geteld, maar minimaal 10 stuks). Gevolgd door de tureluur, watersnip, grutto, bonte strandloper, graspieper, noordse stern, eider… nou ja, veel dus.
Op laatste deel van de rit op het gebied werden we staande gehouden door drie honden, die nogal een ruime opvatting hadden van erfbewaking. Bang om ze aan te rijden stonden we een tijdje stil, totdat ze naar de boerderij paar honderd meter verderop vertrokken. Toen we langs reden kwamen ze weer in actie, maar ze werden afgeleid door tegemoetkomende vrachtwagen. Dus vol gas er van door… met één die nog even mee rende naast de auto.
De rit richting vliegveld verliep verder zonder bijzonderheden. Alleen was de drukte bij Reykjavik een soort schok. We zagen daar meer auto’s dan voorgaande dagen bij elkaar opgeteld.
Voor het inleveren van de auto deden we nog een kleine rondrit in het gebied. Daar bezochten wij de vuurtoren. Als bonus kregen we goed zicht op jonge eider. En even verderop zaten Noordse ternen met hun jongen midden op de weg.
Na het inleveren van de auto vertrokken we in stijl van Transavia, met vertraging. Op Schiphol wachtte een warm welkom door de thuisblijvers.