Vandaag was het tijd om in het Stasi verleden van de voormalige DDR te duiken. Dat deed ik met een bezoek aan de Gedenkstätte Berlin-Hohenschönhasen (Stasi-gevangenis) en het Stasi museum in het voormalige Stasi hoofdkantoor.
De meeste indruk maakte het het bezoek aan de gevangenis. Deze is het best te bereiken met tram 16 vanaf Frankfurter Allee station (ik had een omweg met wandeling genomen… ook leuk, maar minder snel). Entree is 5 euro en daarvoor krijg je een rondleiding (circa 2,5 uur) door een ex-gevangene of een historicus.
Het oudste gebouw van het gevangeniscomplex werd na de oorlog door de russen gebruikt als verzamel- en doorgangskamp. Nadat het kamp werd opgeheven kreeg het snel een bestemming als huis van bewaring in de Sovjet bezette zone.
Tijdens het bewind van de Sovjet werd veel lichamelijk geweld gebruikt. Dit veranderde toen de DDR Ministerie voor Staatsveiligheid het bewind in maart 1951 overnam. Het toepassen van lichamelijk geweld laat vaak sporen na, en dat paste niet in het propaganda plaatje van de DDR dat graag internationale erkenning wilde. Het alternatief was een stelselmatige isolatie en psychologisch manipulatie van gevangen. Angstaanjagend.
De gids die de rondleiding deed vertelde over zijn ervaringen in de gevangenis. Als 18 jarige was hij gevangen bij een poging de grens over te steken. Met zijn verhaal maakte hij duidelijk dat de werkwijze van de Stasi tot in de punten was geregisseerd. Zo wisten gevangene niet in welke gevangenis ze zaten. De gevangene kon de buitenwereld niet zien. Zelfs niet het terrein van de gevangenis zelf. Paar keer per week mocht een gevangene luchten in een betonnen kooi met een ‘dak’ van gaas.
Er was geen contact met andere gevangenen. Het enige contact was met de verhoorder, en die probeerde vooral onzekerheid en angst te zaaien. Het nachtregime (op de rug slapen met handen boven dek), met de nachtelijke verhoren en dagregime (staan of rechtop zitten, en zeker niet slapen) waren gericht op het ‘breken’ van de gevangene.
Pijnlijk is dat Stasi-medewerkers na de val van de muur gewoon verder konden gaan met hun maatschappelijke carrière (bijvoorbeeld in de politiek of bij het OM). Het komt zelden voor dat een Stasi-medewerker berouw toont. Dit levert in het dagelijks leven (in de winkel, maar ook bij rondleidingen in de gevangenis) confrontaties op. In dat opzicht vindt de gids de film ‘Das leben der anderen’ veel te optimistisch.
Ik vond het een indrukwekkend verhaal en heb bewondering voor de openheid van de gids over zijn ervaringen en wat dat met hem persoonlijk heeft gedaan en nog steeds doet. Gelukkig heeft hij levenskracht hervonden en is hij de haat voorbij.
Met tram en metro doorgereisd naar het oude Stasi-hoofdkwartier (nabijhalte Magdalenenstrasse – U5). In de buurt ook even een wandeling gemaakt om mij te vergapen aan de oostblok architectuur. Soort oud bijlmerarhitectuur in het kwadraat. Overigens proberen ze het hier en daar met street art op te vrolijken. Dat vind ik dan wel weer leuk.
Uiteindelijk met wat omwegen bij het Stasi-museum gekomen (laatste foto). Wat zal ik zeggen. Na de ochtend was het een beetje een anticlimax. Over drie verdiepingen is een expositie uitgestald over de geschiedenis van de Stasi, de propaganda, de gebruikte spionage-apparatuur en de inrichting van de directeur en de vergaderkamer. Het ademt de sfeer van de jaren 70 en 80 uit. En zo was mijn beleving tijdens het bezoek ook.
Enfin na het bezoek met de S en U baan naar de Kurfurstendamm. Er moet immers ook ontspanning zijn.. shoppen voor ‘souvenirs’ voor het thuisfront. Uiteindelijk bleek de KaDeWe even verderop de hofleverancier.